De geschiedenis van wintersport gaat terug tot duizenden jaren geleden, toen mensen in koude, bergachtige gebieden begonnen met het gebruik van ijs en sneeuw voor overleving en vervoer. De oudste vormen van wintersport waren onder andere skiën en schaatsen, die al in de Oudheid werden gebruikt.
De oudste sporen van skiën dateren uit ongeveer 5000 v.Chr. en zijn gevonden in Rusland en Scandinavië. In Scandinavië werden skieën al in de Middeleeuwen gebruikt voor vervoer en jacht. Schaatsen werden eveneens in deze periode populair, vooral in landen met veel bevroren meren en rivieren.
In de 18e en 19e eeuw groeide wintersport uit tot een recreatieve activiteit. In Noorwegen en Zweden werden skiclubs opgericht, en in Zwitserland ontstonden de eerste wintersportplaatsen. De ontwikkeling van speciale ski-uitrusting en de aanleg van skiroutes droegen bij aan de populariteit.
In de 20e eeuw ontwikkelden zich verschillende disciplines zoals alpineskiën, biatlon, snowboarden en freestyleskiën. De oprichting van internationale organisaties zoals de Fédération Internationale de Ski (FIS) in 1924 en de Olympische Spelen versterkten de wereldwijde populariteit en professionalisering van wintersport.
Vandaag de dag is wintersport een wereldwijde industrie met miljoenen deelnemers en toeschouwers, variërend van recreatieve skiërs tot professionele atleten die deelnemen aan internationale competities en Olympische Spelen.