De neurowetenschap onderzoekt hoe onze hersenen betrokken zijn bij gevoelens van zelfliefde en zelfcompassie. Zelfliefde wordt vaak geassocieerd met activatie in specifieke hersengebieden die betrokken zijn bij emotionele regulatie, zelfreflectie en beloning.
Neurotransmitters zoals dopamine en oxytocine spelen een belangrijke rol bij het ervaren van zelfliefde. Dopamine wordt geassocieerd met beloning en motivatie, terwijl oxytocine vaak wordt aangeduid als het "knuffelhormoon" en betrokken is bij gevoelens van verbondenheid en vertrouwen.
De neurowetenschap toont aan dat zelfliefde een complexe interactie is tussen verschillende hersengebieden en neurochemische processen. Het cultiveren van zelfliefde kan leiden tot positieve veranderingen in deze hersenfuncties, wat bijdraagt aan een beter gevoel van eigenwaarde en welzijn.