De vergelijkende taalkunde richt zich op het bestuderen van overeenkomsten en verschillen tussen verschillende talen om de onderliggende relaties en gemeenschappelijke oorsprong te begrijpen. Het doel is vaak het reconstrueren van gemeenschappelijke vooroudertalen en het traceren van taalfamilies.
De contrasterende taalkunde daarentegen richt zich op het vergelijken van talen om de verschillen en overeenkomsten te analyseren, vaak met het doel om taalverschillen te begrijpen, bijvoorbeeld in taalonderwijs, vertaling of taalplanning. Het legt de nadruk op hoe talen zich onderscheiden en welke functies en structuren uniek zijn voor elke taal.
Kort samengevat, vergelijkende taalkunde onderzoekt de verwantschappen tussen talen, terwijl contrasterende taalkunde zich richt op het vergelijken van talen om hun verschillen en nuances te begrijpen.