De zeven principes van biologie vormen de kern van de biologische wetenschap en helpen ons om het leven en de levende organismen te begrijpen. Hier zijn ze in detail:
Alle levende organismen bestaan uit cellen, die de fundamentele eenheden van leven zijn. Elke cel heeft een structuur en functies die essentieel zijn voor de overleving.
Organismen veranderen in de loop van de tijd door het proces van evolutie, wat leidt tot de diversiteit van het leven op aarde.
Levend weefsel draagt genetisch materiaal (DNA) dat erfelijkheid bepaalt en de kenmerken van organismen doorgeeft aan volgende generaties.
Organismen ondergaan groei en ontwikkeling, waarbij cellen zich vermenigvuldigen en differentiëren tot gespecialiseerde functies.
Levende wezens handhaven een stabiele interne omgeving (homeostase) ondanks veranderingen in de externe omgeving.
Organismen nemen energie op uit hun omgeving en zetten deze om in bruikbare vormen om te groeien, te bewegen en andere levensprocessen uit te voeren.
Levende organismen interageren met hun ecosysteem, inclusief andere organismen en hun omgeving, en passen zich aan om te overleven.