Er zijn verschillende manieren om ethiek te categoriseren, maar vaak worden de volgende drie hoofdethieken onderscheiden:
Deze ethiek richt zich op de ontwikkeling van goede karaktereigenschappen of deugden, zoals moed, rechtvaardigheid, matigheid en wijsheid. Het gaat erom een goed mens te zijn en morele karaktervorming te bevorderen.
Deze ethiek beoordeelt handelingen op basis van de gevolgen. Een handeling is moreel correct als deze het grootste geluk of welzijn oplevert voor het grootste aantal mensen. Het accent ligt op het maximaliseren van het welzijn.
Deze ethiek benadrukt het belang van plichten en regels. Handelingen worden als moreel juist beschouwd wanneer ze voldoen aan bepaalde morele wetten of principes, ongeacht de uitkomst. Het gaat om het naleven van morele plichten en rechten.