De Nederlandse traditionele kleding varieert afhankelijk van de regio, maar enkele kenmerken en typische elementen worden vaak geassocieerd met Nederland. Een bekend voorbeeld is de Klompen, houten schoenen die vroeger veel gedragen werden door boeren en arbeiders. Daarnaast dragen vrouwen vaak een kledingstuk genaamd "kraplap" en een rokken, vaak versierd met borduursels of kleurrijke patronen. In bepaalde regio's dragen vrouwen een kap of muts, zoals de "volkerenkap" of de "strooien hoed".
Een ander bekend element is de traditionele klederdracht uit Zeeland, Friesland en Limburg, die vaak bestaat uit kleurrijke stoffen en sierlijke details. Tijdens festivals en folkloristische evenementen worden deze kledingstukken nog vaak gedragen, zoals bij de Oud-Hollandse kermis of volksfeesten.
Daarnaast is de Hollandse streekdracht vaak herkenbaar aan haar eenvoud en praktische ontwerp, geschikt voor het plattelandsleven.
In de hedendaagse mode wordt het Nederlandse erfgoed vaak geïnterpreteerd in accessoires, patronen en prints die verwijzen naar traditionele symbolen, zoals de tulpen, molens, en Delfts blauw.