Bewegingen kunnen op verschillende manieren worden ingedeeld, afhankelijk van de context en het soort lichaam dat beweegt. Over het algemeen worden bewegingen onderverdeeld in de volgende categorieën:
Dit zijn bewegingen die plaatsvinden parallel aan het aardoppervlak, zoals lopen, rennen, en fietsen. Ze worden vaak bestudeerd in de sportwetenschap en fysiologie.
Bewegingen die omhoog of omlaag gaan, zoals springen, dalen of het op en neer bewegen van een object.
Bewegingen waarbij een lichaam of deel daarvan om een as draait, zoals draaien, koprollen of het draaien van een wiel.
Bewegingen waarbij een object langs een oppervlak glijdt of schuift, zoals een glijdende beweging van een skateboard of een glijdende beweging van een boek op een tafel.
Onregelmatige, snelle bewegingen die vaak voorkomen bij geluidstrillingen of microbewegingen.
Veel bewegingen bestaan uit een combinatie van bovenstaande types, zoals een sprong met rotatie of een dansbeweging die horizontale en verticale bewegingen combineert.
Deze indelingen helpen om bewegingen te analyseren en te begrijpen in verschillende disciplines zoals sport, fysiotherapie en biomechanica.