Medicijnen worden onderverdeeld in verschillende categorieën op basis van hun werking, gebruik en chemische samenstelling. Hier volgt een overzicht van de belangrijkste soorten medicijnen:
Genezen of verlichten pijn. Voorbeelden zijn paracetamol, NSAID’s zoals ibuprofen en opioïden zoals morfine.
Behandelen bacteriële infecties. Voorbeelden zijn penicilline, doxycycline en ciprofloxacine.
Gebruikt bij virale infecties zoals griep of HIV. Voorbeelden zijn oseltamivir en aciclovir.
Behandelen schimmelinfecties. Voorbeelden zijn fluconazol en terbinafine.
Regelen bloeddruk, cholesterol en hartfunctie. Voorbeelden zijn ACE-remmers, bètablokkers en statines.
Behandelen mentale stoornissen zoals depressie, angst en schizofrenie. Voorbeelden zijn antidepressiva, anxiolytica en antipsychotica.
Gebruikt voor hormonale therapieën, zoals insuline voor diabetes en schildklierhormonen.
Ondersteunen of onderdrukken het immuunsysteem, bijvoorbeeld bij auto-immuunziekten of transplantaties.
Behandelen spijsverteringsproblemen zoals maagzweren, reflux en diarree. Voorbeelden zijn protonpompremmers en antidiarreica.
Naast deze hoofdgroepen bestaan er nog vele andere medicijnen en combinaties, afhankelijk van de aandoening en behandeling.